naar hoofdtekst gaan

Controle inktniveau

De meldingsfunctie voor het resterende inktniveau inschakelen

  1. Controleer of de printer is ingeschakeld.

  2. Houd de knop Stoppen (Stop) ingedrukt en laat deze los wanneer het Alarm-lampje 7 keer knippert.

    De meldingsfunctie voor het resterende inktniveau is ingeschakeld.

De meldingsfunctie voor het resterende inktniveau uitschakelen

Belangrijk

  • Als de meldingsfunctie voor het resterende inktniveau is uitgeschakeld, controleert u de resterende inkt en vult u de inkttanks zo nodig bij. Als u blijft afdrukken terwijl de inkt zich onder de ondergrenslijn van een inkttank bevindt, is de afdrukkwaliteit mogelijk niet naar wens.

  • Als u de meldingsfunctie voor het resterende inktniveau wijzigt van uitgeschakeld in ingeschakeld, moet u alle inkttanks bijvullen tot de lijn van de bovengrens.

  1. Controleer of de printer is ingeschakeld.

  2. Houd de knop Stoppen (Stop) ingedrukt en laat deze los wanneer het Alarm-lampje 8 keer knippert.

    De meldingsfunctie voor het resterende inktniveau wordt uitgeschakeld.

De teller voor het resterende inktniveau opnieuw instellen

Belangrijk

  • Nadat u de inkttank tot de lijn van de bovengrens hebt gevuld, stelt u de teller voor het resterende inktniveau opnieuw in.

    Als de teller voor het resterende inktniveau opnieuw wordt ingesteld wanneer de inkttank niet vol is, kan het resterende inktniveau niet correct worden gedetecteerd.

  1. Controleer of de printer is ingeschakeld.

  2. Houd de knop Stoppen (Stop) ingedrukt en laat deze los wanneer het Alarm-lampje 6 keer knippert.

    De teller voor het resterende inktniveau wordt opnieuw ingesteld.